Gewoon, toch?

Laatst ging ik een dagje winkelen met een goede vriendin. Na afloop doken we een eetcafé in om eens lekker bij te kletsen, en op een gegeven moment kwam het gespreksonderwerp op het stiefouderschap. Ik vertelde dat het steeds beter ging en dat ik daar blij mee was, maar dat het stiefouderschap op zich toch echt behoorlijk pittig is. En vervolgens probeerde ik dat aan mijn vriendin uit te leggen – maar dat viel nog helemaal niet mee. Vooral toen ik vertelde dat het soms lastig is om als stiefouder je positie in te nemen in het systeem en jezelf weg te cijferen ten koste van de stiefkinderen, stuitte ik op redelijk wat onbegrip: “Maar dan kun je toch gewoon zus of zo doen…” of “Je weet toch wel dat ze het niet expres doet…” waren reacties die ik kreeg op voorbeelden als het zich er tussen wurmende kind, of het vijf keer uit bed komende kind.

‘Gewoon’ en ‘wel’: dáár zit hem dus de bloedband tussen ouder en kind in. Mijn vriendin, zelf moeder van drie kinderen, weet hoe het is om jezelf achteraan te zetten, en dat de kinderen altijd voorop staan. Maar voor haar is dat ook echt de normaalste zaak van de wereld. Ik weet dat de kinderen voorop staan, maar dat voelt dan nog niet altijd fijn. En dat laatste is voor iemand die ‘echt’ ouder is blijkbaar moeilijk te begrijpen, omdat voor haar de onvoorwaardelijke liefde voor haar kind de sleutel is tot het zichzelf wegcijferen.

Het feit dat één van mijn oudste en liefste vriendinnen – die mij door en door kent en bovendien over een groot empathisch vermogen beschikt – mijn ervaringen niet echt begreep, maakte dat ik me even behoorlijk eenzaam voelde in het stiefouderschap. Gelukkig heb ik inmiddels voldoende andere stiefouderverhalen gehoord en gelezen om te weten dat ik echt niet alleen sta in dit soort emoties, maar op zo’n moment ga je toch weer aan jezelf twijfelen: ben ik nou zo egoïstisch, dat ik het niet altijd kan opbrengen om het kind alles te gunnen? Moet ik mezelf meer dwingen om niet alleen in mijn acties, maar ook in mijn gevoelens de kinderen voorop te zetten? En hoe zorg ik er dan voor dat mijn gevoelens ook ‘aan boord komen’? En als mijn oudste vriendin het al niet snapt, hoe kan ik dan van anderen in mijn omgeving verwachten dat zij écht begrijpen hoe het is om stiefouder te zijn? Weer een hoop ‘food for thought’, en dat naar aanleiding van een oorspronkelijk luchtig gesprek in een café…

Gelukkig zijn wij er onderling goed uit gekomen, door simpelweg te concluderen dat zij net zo min zal kunnen snappen hoe het is om stiefmoeder te zijn als ik zal kunnen snappen hoe het is om moeder te zijn. En dat we alleen maar zo veel mogelijk begrip voor elkaars situaties kunnen proberen op te brengen. Daarbij bracht dit gesprek mij weer duidelijk voor ogen waarom ik dit blog begonnen ben: ik heb nou eenmaal weinig (lees: één) andere stiefouders in mijn omgeving om mijn ervaringen en gevoelens mee te delen. En daarom deel ik ze met jullie. Ik zou het dan ook fijn vinden om te horen of jullie dit herkennen. Laat onder deze post dus graag een reactie achter!